jun 18 2008

Een echt overlandcircuit!

Publicatie van at 23:35 in Avondvliegen,Overland

Groene kaart
Vorige week heb ik mijn groene “aftekenkaart overlandvliegen” gekregen.
Nu kan ik me echt voorbereiden om deze zomer solo overland te mogen vliegen. Dat is mijn doel.
Deze week de AUB-tjes (aanvraag uitbreiding bevoegheid) invullen voor de diverse overvlieg-opdrachten.

Van landing naar doellanding
Zoals elke vlieger wel weet, is de landing een van de belangrijkste onderdelen van je vlucht. Bij een overlandvlucht wordt deze spanning van een goede landing opgevoerd door een “onbekend” veld, een weiland of een akker. Vandaar dat 75% van de vliegopdrachten op de aftekenkaart over “overvliegen en bijzondere landingen” gaat. Heel goed.

Vandaag ook weer naar het veld geweest. Thuis had ik de diverse vliegopdrachten uitgetekend, zodat ik me goed kan voorbereiden op een oefening. Dat is mijn stijl. Mijn eerste vlucht is rond 15:00. De thermiek is pittig. Stijgers en zakkers van 3m/s wisselen elkaar af. Vanaf de lier, 450m hoogte, besluit ik rechtsaf het oefengebied in te gaan en “gas” te geven naar de volgende wolk. Door steil te draaien redt ik het om de bel enigszins te centeren. Door de sterke wind moet ik de bel ovaal vliegen. Tegen de wind in langzamer in het stijgen. Lekker naar 1100m. Heerlijk.

Goed lezen
Als afronding van deze mooie vlucht op de ASK-23 wil ik de oefening “hoger dan 150m op final gaan en doellanden” uitvoeren. Ook hier weer een kaartje voor getekend en voorbereid. Deze oefening vlieg je om te leren over een obstakel op final te vliegen en toch goed te (doel)landen. Op 275m op downwind. Ik kom netjes op 150 op final uit. Door de sterke wind volsta ik met “vol” kleppen, om het dalen in te zetten. Gedurende de vlucht had ik een slipnadering, zelf met kleppen, geoefend. Niet nodig. De landing gaat ook goed. Doellanding en voor de terugbrenglier gestopt. Als ik de oefening wil laten afteken, blijkt dat het een “instructie vlucht” is. Goed lezen, dus… “Jeugdig enthousiastme”, zeg ik maar tegen mezelf…..

Oefening overlandcircuit
Aan het einde van de vliegdag moeten de kisten overgevlogen worden naar de hangaar. Vanavond vliegen we over via “het langepad”. In het VVO2 pdf-document wordt goed het doel en de opbouw van het overland circuit uitgelegd. Je hebt de “beslissingtrechter” van 700m-500m-300m doorlopen en op 300m een veldkeuze en landingsbesluit genomen. Wat ik jammer vindt, is dat in het pdf-document er een overlandcircuit getoond wordt met een TMG (motorzwever) vlucht. Hierbij vlieg je een diagonaal been over je veld heen voor een laatste veld inspectie. Het doel, de laatste inspectie, is me duidelijk maar toch heb ik zo iets van “en niet je veld uit het oog verliezen”.

Nu dan de instructievlucht
Op 450m van de lier af. Rustig het oefengebied in. Ik bedenk me dat ik nu in de “trechter” vlieg. Ik zeg tegen me zelf: “ Dat is het veld waar ik hem ga neerzetten”, al is het een aangewezen veld. De instructeur, Goos Hageman, leert me een overland circuit te vliegen waarbij:

  • Je het veld niet uit het oog verliest.
  • Dat je aanknoopt op 150m naast je veld waar je gaat landen.
  • Een dergelijk circuit het meest lijkt op een circuits die je normaal ook vliegt. Dit geeft en dus rust in de cockpit geeft.



    Het Overlandcircuit

    Gezien de wind, al hoewel je daar nauwelijks van kunt spreken bij het avondvliegen, heb ik voor een linkerhand circuit (LHC) voorgesteld. Op 300m hoogte bemerk ik dat je de draden van de hoogspanningsmasten bij de A50 maar slecht ziet. Ik weet dat ze er staan, maar slecht waar te nemen. De draden, licht van kleur, zie je niet tegen de donkere achtergrond. Ook dit onderheel had ik gelezen in het artikel van Kai Gertsen (Off-Airport Landings)..

    De truc is nu om telkens om het veld heen te vliegen, waarbij je:

  • Telkens LH bochten vliegt en het veld in het oog houdt.
  • Je niet steil hoeft te draaien; je verliest het minst hoogte.
  • Uit komt op 150m naast je veld.
    Als ik om het veld vlieg, wordt ik geattendeerd op het feit dat je gauw de neiging hebt om naar je veld te kruipen. Dat heb ik ook. Even verleggen en afstand nemen. Ik kom netjes, afgetikt, op 150m naast het veld uit. Net op tijd indraaien op dwarswindbeen, evenwijdig aan het laatste lierbedrijf. Ik moet nog wat hoogte er afvliegen, door de kleppen te gebruiken. Zo zie je maar; “hoogte genoeg”. Langs het lange pad naar beneden vliegen gaat goed. Even iets naar rechts opsturen om de kuilen te ontwijken. De landing gaat goed.
    Wat een leermoment weer. Ik heb genoten. Bedankt voor je heldere instructie!

    Na de vlucht heb ik voor mezelf een kaartje gemaakt van deze oefening “overlandcircuit” vliegen. Dat helpt me de materie eigen te maken.

  • No responses yet

    Trackback URI | Comments RSS

    Leave a Reply